Logo

Museum Huys Auerhaen

‘De twee der grootste Japanse vazen’

Verzamelaar aan het woord: Harold D. E. Bos  ‘De twee der grootste Japanse vazen’ – geschiedenis van een geliefd collectie stuk

tijdschriftartikel van Harold Bos  juni 2018 in; ‘Aziatische Kunst 48/2: 50-51., tijdschrift van de Koninklijke Vereniging Van Aziatische Kunst (KVVAK) ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan. 

Per geheim testament maart 1939 vermaakt Johanna P.C. Goeman (1864-1947), weduwe van de Haagse bankier Jan van Vugt (1854-1932), haar bezittingen. In 1947 krijgt neef Daniel M. Wiegerinck (1879-1958), werktuigbouwkundig-ingenieur wonende te Wassenaar, zoon van haar schoonzuster Johanna H. van Vugt, gehuwd met August W. Wiegerinck, ‘de twee der grootste Japanse vazen uit de boedel van Daniel van Vugt’.

Deze twee Japans porseleinen lakvazen van 76 centimeter hoog dateren uit de Meiji-periode (1868-1912). De lange hals loopt uit in een trompetvormige, gegolfde rand. De lakdecoraties vormen elkaars spiegelbeeld en zijn op buik en hals deels in reliëf aangebracht. Beide vazen hebben aan één zijde een groot en een klein cartouche met roodfond in goud; een rots, bamboe, chrysanten, haan, hen en rietbosje, op de andere zijde een groot en een klein cartouche met zwartfond in goud; een rots, pioenrozen, prunusboom en roofvogel. De tussenliggende vlakken zijn ingevuld met gouden, geometrische patronen.

Daniel van Vugt (1816-1902), assuradeur, en zijn vrouw Hendrica J.C. Sengers (1822-1906) kregen de vazen van hun schoonzoon Johan Carel Friedrich (Jan) Looijen (1841-1904), die in 1867 het gezagvoerderschap over het Nederlandse Fregat Clipperschip de Noach I had overgenomen van zijn oom Antonie Lupke. Het jaar daarop voer Jan Looijen in een recordtijd van 71 dagen de thuisreis van Batavia naar Brouwershaven. Op 3 december 1868 huwde hij te Rotterdam de oudste dochter Elisabeth M. Ph. van Vugt (1848-1918). Na de Noach I (rederij Fop Smit jr. Rotterdam) maakte Looijen als gezagvoerder op de Noach II, III, IV en V vele reizen naar Batavia. Het huwelijk bleef kinderloos, de meegebrachte voorwerpen bleven binnen de familie. Jan Looijen heeft zijn Noach’s op aquarellen door Jacob Spin (1806-1875) laten portretteren; de eerste verbeeldt ‘De Noach I, gezagvoerder J.C.F. Looyen by Dover in 1869’.

De vazen vererfden in 1904 naar zoon Jan van Vugt, en via zijn weduwe in 1947 naar neef Daniel M. Wiegerinck, die ze op zijn beurt in 1958 naliet aan zijn oudste zoon Augustinus A. Wiegerinck (1919-2008), priester, rector Westeindeziekenhuis te Den Haag, vicaris van de Bisschop van Rotterdam en Deken van het Westland. Hij schonk in 2008 de vazen aan zijn neef Markus A. M. Koning, architect en jongste zoon van zijn enige zuster. Mark bracht ‘de twee der grootste Japanse vazen’ uit de boedel van zijn betovergrootouders onder in Stichting Huys Auerhaen te Alkmaar als getuigen van vijf generaties familiegeschiedenis.

 

 

uit: Aziatische Kunst 48/2: 50-51.’