Huys Auerhaen museum vol interieur-schatten
In de reeks interviews en artikelen van Goede Doelen Alkmaar een primeur: Maartje Fleur (schrijfster en journaliste voor o.a. Margriet, Flair, Via en Jan) interviewde Mark Koning van Huys Auerhaen. |
Interview met Mark Koning
Maartje Fleur , december 2021 |
Wie een bezoek brengt aan museum Huys Auerhaen, komt in een andere tijd terecht. Het interieur geeft een prachtig beeld van hoe de gegoede klasse begin vorige eeuw woonde. |
Huys Auerhaen is geen statisch monument omdat er nog steeds in wordt geleefd. De eigenaar, Mark Koning, drinkt koffie op de met zijde beklede negentiende-eeuwse bank, bewaart zijn servies in een middeleeuwse kast en wast zijn borden af in een hardstenen wasbak uit de 19e eeuw. Overal waar je kijkt in dit huis is iets bijzonders te ontdekken. Zoals een antieke staande klok die met een bloedmaan de maanstand aangeeft een zware houten kist van een VOC-schip en een handgesneden mantelplank die in de keuken aan de muur hangt. ‘Om waswater uit het pasgewassen goed te persen,’ zegt Mark.
‘En heb je dit al gezien?’ Hij laat een enorme houten injectiespuit zien. ‘Dit is de allereerste ‘stofzuiger’ uit ca 1900. Waar stof op voorwerpen kon worden weggeblazen.
Een huismuseum
Het museum Huys Auerhaen is ontstaan vanuit een verzameling. ‘Mijn partner Harold Bos was kunsthistoricus en geïnteresseerd in wooncultuur,’ vertelt Mark. ‘Van jongs af aan verzamelde hij objecten en zo had hij een aardige collectie opgebouwd. Toen we ook nog veel objecten van familie erfden, wisten we niet meer waar we het kwijt moesten. Dit huis kwam te koop en toen we gingen kijken bleek tot onze grote verrassing dat de Art Deco elementen grotendeels intact waren gebleven.
De vorige bewoner, die 102 werd, was net als ik architect en had alleen op de bel-etage, die als tekenkamer diende, tl-balken opgehangen voor beter licht. Verder had hij niets veranderd.
Daardoor was dit het ideale huis voor alles wat we hadden verzameld. In 2003 kochten we dit pand. De verhuizers zeiden dat dit de allergrootste particuliere verhuizing was die ze ooit hadden meegemaakt. Ze waren er twee volle dagen mee bezig’.
Ordenen van objecten Mark en Harold vonden dat veel meer mensen van al die prachtige voorwerpen moesten kunnen genieten, daarom besloten ze de begane grond en de bel-etage open te stellen voor publiek. Maar dan moet je wel weten welke objecten je in huis hebt, waar ze vandaan komen, wie ze hebben gemaakt en wanneer. Die informatie zochten ze online op en in de familiestamboom.
De families van Mark en Harold bleken zo’n beetje overal te hebben gewoond: in de Achterhoek, Wassenaar, Rotterdam, China en Indië en de objecten komen overaal vandaan. Het ordenen daarvan is een gigantische klus. Ernestine Ballot is vrijwilliger bij Huys Auerhaen. ‘Toen Harold ziek werd, kreeg hij haast en ben ik hem gaan helpen. Ik heb zelf twee jaar in Nederlands-Indië gewoond en mijn man is er geboren waardoor ik veel affiniteit met koloniale items heb. Ik verzamel zelf Indisch textiel’.
Elke maandag komt ook Noor Dahmen helpen om de collectie in kaart te brengen. ‘Ordenen is een van mijn kwaliteiten’, vertelt ze. ‘Samen met Harold heb ik de linnenkast ingeruimd en gecatalogiseerd. Toen hij twee jaar geleden overleed was er nog heel veel te doen en daarom komen Ernistine en ik nog steeds elke maandag naar Huize Auerhaen om Mark te assisteren’.
Herinneringen
Huize Auerhaen is zowel een stichting als een Algemeen Nut Beogende Instelling. Concreet houdt dit in dat giften en erfenissen vrije zijn van erfbelasting. Daardoor is de toekomst van het museum verzekerd. Donaties worden gebruikt om stukken te herstellen en om de collectie uit te breiden. ‘We krijgen ook regelmatig objecten aangeboden’, vertelt Mark, ‘maar we nemen lang niet alles in de collectie op’. Ernestine: ‘We leren steeds beter kiezen en vragen ons steeds af: voegt het iets toe?’ ‘Er moet wel overzicht blijven,’ zegt Noor ‘Anders zie je door de bomen het bos niet meer’.
Op de site van Huys Auerhaen kunnen belangstellenden een rondleiding aanvragen Er worden rondleidingen gegeven voor vier tot tien personen. In coronatijd voor maximaal vijf. Meer is niet mogelijk omdat het museum niet al te groot is maar vooral omdat het gaat om de verhalen die bij de voorwerpen horen. ‘En de verhalen die de bezoekers zelf hebben,’ zegt Ernestine. ‘Veel van wat hier staat roept herinneringen op. Dan vertellen ze dat hun opa en oma ook zo’n kast of vaas hadden. Die uitwisseling van herinneringen maakt het juist zo leuk’.
Chinees porselein In de keuken staat in een kast een prachtige verzameling Chinees porseleinen bordjes uitgestald. ‘Dit was Harolds passie,’ vertelt Mark. ‘Deze bordjes zijn zo knap gemaakt. Ze werden rond 1680 stuk voor stuk met de hand beschilderd en op hoge temperatuur gebakken waardoor het materiaal zo hard als glas werd. Elke keer was het weer de vraag of het porselein er goed uitkwam. Bij het etenslintje vind je een verzameling op Chinees geïnspireerd Nederlands porseleinen borden uit de negentiende eeuw. De gegoede burgerij at hier meestal van omdat het echte Chinees te kostbaar was. Vergelijk het maar met een fake Gucci-tas.’
Kietvitskast We maken een rondleiding door het huis. Over elk object valt wel iets te vertellen. Een hoogtepunt is de Kievitskast in de salon op de eerste verdieping, een schitterend object waarop maar liefst 49 kieviten staan afgebeeld. ‘De kievit is een vruchtbaarheidssymbool,’ vertelt Mark. ‘Het is een bruidskast waarin oorspronkelijk linnen werd bewaard maar dat is hier anders’. Hij doet de deurtjes open en van alles glinstert je tegemoet: rariteiten en objects d’art, gemaakt van onder andere ivoor, parelmoer en het Chinees porselein, het kostbare ‘Blanc de Chine’, dat van zichzelf zo mooi puur wit is dat het daarom niet beschilderd werd. Er staat zelfs een skelet van een kleine aap.
Poppenhuis Op de bel-etage staat nog een kast die een grote verrassing herbergt. Mark opent de deurtjes en er komt een volledig ingericht poppenhuis tevoorschijn met miniatuur zilveren voorwerpjes zoals een ‘evenveeltjes’ of poffertjespan en een broodmandje. ‘Een oudere dame gaf ons die voorwerpen en toen zei Harold: ‘Nu moet ik wel het kabinet gaan inrichten’. Hij is een heuse indeling gaan maken van een poppenhuis al figuurzagend, plakkend en knippend zodat alle miniatuurtjes geplaatst konden worden.
Het handbeschilderde behang in het kabinet komt uit een koopmanshuis in Hoon uit 1780 en het gobelin is van het Paleis op de Dam. Toen Koningin Beatrix het paleis liet opknappen kon je in de museumwinkel kussentjes kopen gemaakt van de restanten van dat gobelin. Hij heeft er toen een voor het interieur van het kabinet gekocht.’
Stoelen van Lodewijk Napoleon Op de bel-etage staat een prachtig gedekte tafel of er elk moment chique gasten kunnen komen dineren. ‘Hoe oud denk je dat deze eetkamerstoelen zijn?’ Vraagt Mark. Begin vorige eeuw? Zeker niet, ze komen uit 1806 en zijn gemaakt voor Koning Lodewijk Napoleon en zijn vrouw Hortense voor Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. We hebben ze gekocht op een veiling. Harold ontdekte ze en zei: ‘Niet te opvallend naar die stoelen kijken, dan komen er andere kijkers op af, maar ze zijn echt heel bijzonder.’ En dat bleek ook zo te zijn. ‘Op de onderzijde van een van de stoelregels van de stoelen staat wie ze heeft gemaakt en wanneer.’
De Auerhaen Hoe is het nu om in zo’n bijzonder huis te wonen? ‘Heerlijk,’ zegt Mark. ‘Ik vind het fijn omringd te worden door voorwerpen die zoveel historie hebben. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de wooncultuur in al zijn facetten behouden blijft Daarom hebben Harold en ik dit huis ook naar de Auerhaen vernoemd. Dat is een vogel die vroeger veel in Nederland voorkwam maar nu met uitsterven wordt bedreigd. Dat geldt voor interieurs uit twintigste eeuw, die dreigen ook verloren te gaan. In Huys Auerhaen willen we dit erfgoed beschermen, conserveren en aan een groter publiek tonen.’